Het complete verhaal over zorgplicht bij profielfondsen (deel 2)

In onderzoeken van Advies-Check komst steevast naar voren dat profielfondsen over het algemeen beter renderen dan modelportefeuilles van vermogensbeheerders. Beleggingstechnisch is er weinig onderscheid. Kostentechnisch wel, en dat verklaart het verschil in rendement. En dan is er nog een verschil: de zorg- en administratieplicht voor adviseurs. Dat verschil maakt hét verschil…

De ene vermogensbeheerder is de andere niet. Kosten, risicobandbreedtes, behaalde rendementen, contact met klanten; het zijn allemaal elementen waarin vermogensbeheerders van elkaar verschillen en die de tevredenheid van een consument flink bepalen. Bepaald geen sinecure dus om een passende vermogensbeheerder te vinden. Maar een adviseur kan opgelucht zijn: hij heeft geen enkele zorg- of administratieplicht als hij een beheerder selecteert voor zijn klant.

Dat is anders bij profielfondsen. Wie als adviseur zijn klant wil begeleiden naar een gemaksoplossing als een profielfonds, heeft twee keuzes. Ofwel hij adviseert een concreet profielfonds, óf hij stelt alleen een profiel op en schuift meerdere profielfondsen naar voren die aan dat profiel voldoen, met als boodschap ‘zoek het verder zelf maar uit’.

Als een adviseur een concreet profielfonds adviseert, is een klant ook concreet geholpen. Maar de adviseur moet dan wel beschikken over een Nationaal Regime-vergunning. En uitvoering geven aan de zorg- en administratieplicht die daarbij hoort. Hij gedraagt zich dan namelijk in de ogen van de overheid als een vermogensbeheerder, ook al kiest hij uiteindelijk de onderliggende beleggingen niet uit. Hij moet een klantprofiel opstellen én bijhouden, met daarin de financiële positie, kennis en ervaring, beleggingsdoelstellingen en risicobereidheid van de klant. En hij moet duidelijk maken waarom het geadviseerde profielfonds bij de klant past. Een tijdrovend klusje.

Simpeler is het als een adviseur alleen een risicoprofiel van een klant opstelt, een vergunningsvrije activiteit, en daarbij een overzicht geeft van de profielfondsen die daarbij passen. Zolang de klant zelf de keuze voor het profielfonds (het beleggingsinstrument) moet maken, beschouwt de overheid dit niet als een advies. En als de klant zelf zorgt voor de aankoop via een beleggingsrekening, is een Nationaal Regime-vergunning niet nodig. Het vergt wat meer aandacht van de klant, maar die is goedkoper uit, wat beter kan uitpakken voor zijn latere rendement.

Drie vormen van vermogensopbouw, met elk een specifieke rol voor een adviseur. Hoeveel adviseurs nemen hun klanten mee in dat complete verhaal? Hoeveel adviseurs laten hun klanten zien dat er een keuze is tussen vermogensbeheer en een profielfonds? Tussen advies en een stukje execution-only? Tussen de kosten die alle drie vormen met zich mee brengen? En tussen de potentiële opbrengsten?

 

Lees ook: Het complete verhaal over zorgplicht bij profielfondsen – deel 1

Lees ook: Het complete verhaal over zorgplicht bij profielfondsen – deel 3