Adviseren over kant-en-klare beleggingsoplossingen: grijs gebied of niet?

Steeds meer banken en vermogensbeheerders introduceren kant-en-klare beleggingsproducten als oplossing voor hun klanten om vermogen op te bouwen bij een bepaald risicoprofiel. Hoewel de producten vaak uitblinken in eenvoud, zijn er nog maar weinig onafhankelijk financieel adviseurs die de betreffende producten actief betrekken in hun advisering over vermogensopbouw. Waarom is dat?

Kant-en-klare beleggingsproducten zijn al jaren in opkomst. Het biedt banken en vermogensbeheerders een makkelijke ingang marge te halen die door de intrede van het provisieverbod verloren was gegaan. Bovendien is de structuur geschikt voor zowel de wat kleinere als de wat grotere vermogens.

Financieel adviseur laat zich niet verleiden?
Banken en vermogensbeheerders doen flink hun best om hun klanten te verleiden tot beleggen. Ze hebben het instapbedrag massaal verlaagd, de kosten verminderd en de informatievoorziening verbeterd. Multimediale massacampagnes en gerichte klantenacties moeten het laatste zetje geven.

Maar alle marketingacties zijn natuurlijk vooral gericht op de eigen clientèle. Financieel adviseurs vormen niet of nauwelijks het doelwit. Maar is dat de reden dat zij de producten links laten liggen?

Onbemind door onzekerheid
Onbekend maakt onbemind. Maar in dit geval speelt er iets anders mee. Want tot hoever reikt je zorgplicht als je adviseert over kant-en-klare beleggingsproducten? Hoeveel kennis van beleggen moet je hebben? En waar zit je verdienmodel als je producten adviseert waarover je geen vergoeding ontvangt? Het zijn reële vragen voor financieel adviseurs.

Grote diversiteit in vermogensadvisering
De ene adviseur is de andere niet. Dat is bekend. Zo doen sommige adviseurs niets met beleggen. Anderen verwijzen hun klanten direct naar een beleggingsspecialist als de vraag van een klant over beleggen dreigt te gaan. Er zijn adviseurs die een passende asset-allocatie adviseren zonder verdere invulling. En sommige advieskantoren stellen voor hun klanten zelfs de complete beleggingsportefeuille samen. Het is maar net waar de adviseur zich comfortabel bij voelt, zo lijkt het. En hoe hij zijn verdienmodel heeft ingericht.

Het wordt er voor de consument niet eenvoudiger op. En dat terwijl de AFM met richtlijnen en leidraden wil zorgen dat juist die consument het beste advies krijgt dat hem toekomt. Het leidt er helaas ook toe dat adviseurs zich onthouden van concrete adviezen.

Meer aandacht voor vermogensgroei
Met de huidige dynamiek van lage rente en een groeiende noodzaak tot vermogensopbouw om de toekomstige levensstandaard op peil te houden, hoort de vraag ‘beleggen of niet’ in elk financieel planningsgesprek thuis. Dat gebeurt ook steeds vaker. Het aantal financieel planners groeit gestaag. Maar ook de van oudsher op producten georiënteerde financieel adviseurs verbreden hun advieswerkzaamheden. Niet alleen onder druk van het provisieverbod. Ook doordat de klant daar werkelijk bij gebaat is.

Maar áls beleggen passend is, volgt al snel de vraag “Waarín?” En natuurlijk wil een klant dan graag concrete handvatten. Kant-en-klare beleggingsoplossingen zijn laagdrempelig en gericht op het beleggingsprofiel van een klant. Ze zijn bedoeld voor mensen die geen kennis, zin of tijd hebben om zelf aandelen, obligaties of beleggingsfondsen te kiezen. Ze zijn kortom al snel geschikt. Maar het is van de adviseur afhankelijk, of hij zijn klant kan of wil begeleiden naar de voor hem beste oplossing(en).

Advies of niet?
Is het nu advies als je als financieel adviseur of planner een overzicht geeft van kant-en-klare beleggingsoplossingen die passend zijn voor het risicoprofiel van een klant? Voor wie twijfelt kan de Wft er nog eens op nalezen, onlangs nog verduidelijkt door de AFM. Een advies is een advies als het zich richt op een transactie in één financieel instrument.

Zo is het ABN AMRO profielfonds een beleggingsfonds en kwalificeert het zich als zodanig als een financieel instrument. Dat geldt ook voor Robeco ONE en andere profielfondsen. Maar ‘ING Geld voor later’ en ‘Evi’ van Van Lanschot zijn vermogensbeheeroplossingen en geen financieel instrumenten.

Van verwijzing naar concrete begeleiding
Vermogensbegeleiding kán dus concreter voor een klant. Elke financieel adviseur of planner (met de juiste diploma’s) mag zijn klanten doorverwijzen naar een aanbieder van kant-en-klare vermogensbeheeroplossingen. Alle zorgplicht over de beleggingen ligt immers bij de aanbieder.

En elke gediplomeerde adviseur of planner mag zijn klanten een overzicht geven van meerdere geschikte beleggingsoplossingen. Hij bepaalt samen met zijn klant het risicoprofiel en zoekt de producten die daarbij passend zijn. Hij kan vermogensbeheeroplossingen alsook execution-only producten in zijn analyse meenemen. Die zijn in de regel immers flink goedkoper. De zorgplicht over de juistheid van het risicoprofiel ligt bij de adviseur, die over de passendheid van de beleggingen binnen het risicoprofiel bij de aanbieders.

De angst voor de zorgplicht lijkt nog weleens te regeren in adviesland. Dat is onnodig. Maar de relatie tussen aanbieders van kant-en-klare beleggingsoplossingen en onafhankelijk adviseurs is vooralsnog niet vanzelfsprekend. Ten onrechte.